Woordenlijst
Deze meertalige woordenlijst bevat gemakkelijk te begrijpen definities voor de belangrijkste wetenschappelijke termen op het gebied van risicobeoordeling die op deze website worden gebruikt. Termen en definities daarvan zijn in onze communicatieproducten als pop-ups opgenomen om begrippen uit te leggen aan het algemene publiek.
In de woordenlijst wordt gebruikgemaakt van standaardspelling in het Engels. Acroniemen worden met hoofdletters geschreven. Termen worden met kleine letters geschreven. De termen en verklaringen worden vertaald in alle 24 officiële talen van de EU.
De woordenlijst wordt regelmatig bijgewerkt. Relevante ontbrekende termen kunnen voor opname in de lijst worden voorgesteld via het online vragenformulier.
Disclaimer: De definities in de woordenlijst zijn uitsluitend bedoeld om de gebruikers van deze website te helpen wetenschappelijke terminologie te begrijpen. De definities kunnen verschillen van die in de wetgeving van de Europese Unie en in het EFSA-tijdschrift.
V
Natuurlijke variaties waargenomen tussen leden van een populatie of waargenomen in de tijd of op verschillende geografische locaties; bijvoorbeeld individuele variaties in gevoeligheid voor een bepaalde toxische chemische stof.
Een drager van een ziekteverwekker van een besmette persoon naar een niet-besmet individu of zijn voedsel of milieu; bijvoorbeeld muggen met malariaparasieten.
Met betrekking tot een stof is het een factor die door risicobeoordelaars wordt gebruikt om een referentiedosis af te leiden die als veilig wordt beschouwd of beneden welke een schadelijk effect onwaarschijnlijk is. De waarde van de veiligheidsfactor hangt af van het toxische effect, de grootte en het type van de te beschermen populatie en de kwaliteit van de beschikbare (eco)toxicologische en blootstellingsgegevens.
De kloof tussen de werkelijke inname van een stof door een bepaalde populatie en de geschatte dagelijkse dosis gedurende een leven die deskundigen als veilig beschouwen.
Op gewassen uitgevoerde test om vast te stellen hoeveel bestrijdingsmiddel na normale landbouwpraktijken overblijft en hoe lang er in de gewassen nog bestrijdingsmiddelen en residuen daarvan aanwezig zijn. De testresultaten worden gebruikt om regels vast te stellen over toegestane hoeveelheden bestrijdingsmiddelresiduen in levensmiddelen.
Een wettelijk vereiste beoordeling om de veiligheid van een genetisch gemodificeerd organisme te vergelijken met de niet-genetisch gemodificeerde tegenhanger ervan.
Het punt op een dosis-responscurve, vastgesteld op basis van experimentele gegevens die worden gebruikt om een veilig niveau af te leiden.
Een internationaal aanvaarde benadering om het gebruik van dieren in onderzoek te verminderen door waar mogelijk van studies te vereisen dat alternatieve modellen worden gebruikt en/of de methoden te verfijnen om eventuele ongemakken bij het gebruik van dieren tot een minimum te beperken.
De mate of het vermogen van een ziekteveroorzakend organisme (bijv. een bacterie, virus of parasiet) om ziekte te veroorzaken.
Voedingsstof die in zeer kleine hoeveelheden nodig is om de normale groei en het behoud van de gezondheid van mens en dier te ondersteunen. De meeste vitaminen zijn ‘essentieel’ omdat zij niet in het lichaam worden gemaakt.
Een vermelding die impliceert dat een levensmiddel heilzame voedingseigenschappen heeft, zoals “vetarm” of “vezelrijk”.
Wetenschap die zich bezighoudt met de relatie tussen voeding en de behoefte van het lichaam aan onderhoud.
De volledige reeks referentiewaarden voor de inname van nutriënten, bestaande uit referentie-innames van de populatie (PRI), gemiddelde vereisten (AR), adequate innames (AI), onderdrempelinnames (LTI) en referentie-innames (RI). DRV’s worden gewoonlijk gebruikt als basis voor referentiewaarden in de etikettering van levensmiddelen en voor de vaststelling van voedingsrichtsnoeren.
Wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen voor gezonde voeding die numerieke voedingsdoelstellingen omzetten in advies over de te eten levensmiddelen.
Voedingsmiddelen die geconcentreerde hoeveelheden nutriënten of andere stoffen bevatten die bedoeld zijn om de normale voeding aan te vullen.
Een schatting die over het algemeen eerder te voorzichtig is of die een 'worstcasescenario' geeft. Vaak gebruikt bij risicobeoordeling om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk risico in aanmerking wordt genomen.
Toegevoegde suikers plus de suikers die van nature aanwezig zijn in honing en siroop, alsook in vruchten- en groentesappen en sapconcentraten.